HOE WERKT AIRCONDITIONING?
De airco in de auto is een gesloten systeem met een compressor of pomp, een ventilator, een condensor, filter en een verdamper. Het is een samenwerking tussen vloeibaar en gasvormig circulerend koudemiddel. Het systeem is gebaseerd op een natuurkundig verschijnsel. Om vloeistof te verdampen is warmte nodig, de airco onttrekt deze warmte aan de directe omgeving, waardoor het afkoelt.
De vier belangrijkste onderdelen van een airconditioning zijn:
- Compressor
- Condensor
- Ventilator
- Verdamper
Het proces in het kort: Een door de motor aangedreven compressor pompt koudemiddel in het systeem rond. De condensor perst vervolgens dit gasvormige koudemiddel samen. Hierdoor stijgen de druk en temperatuur. De temperatuur stijgt van 20 naar 65°C. De condensor is een warmtewisselaar en koelt het koudemiddel ook weer af naar 35°C, waardoor het condenseert en vloeibaar wordt.
Het vloeibare koudemiddel stroomt van condensor naar de filter droger. Het filter zorgt ervoor dat het vuil en vocht uit het airco systeem gefilterd worden, zodat pollen, vuil, stof en roetdeeltjes niet in de lucht terecht komen. Het koudemiddel stroomt verder naar de verdamper, waar het samenkomt met door de ventilator aangetrokken buitenlucht. Het koudemiddel verdampt hierdoor en verandert weer in gas.
Het is deze verdamping die warmte onttrekt aan de omgeving, waardoor de lucht afkoelt.
WAT IS KOUDEMIDDEL?
Koudemiddel is een stof die in airconditioners (maar ook in koelkasten) wordt gebruikt als medium voor het transport van warmte. Er zijn twee verschillende soorten koudemiddelen: natuurlijke koudemiddelen en synthetische koudemiddelen.
Koudemiddelen worden afhankelijk van hun toepassing geselecteerd op hun kookpunt. Het kookpunt bij lage druk moet lager zijn dan de temperatuur van het reservoir waaraan warmte moet worden onttrokken en het kookpunt bij hoge druk moet hoger zijn dan de temperatuur van het reservoir waaraan warmte moet worden afgegeven.
Het bekendste koudemiddel is freon, maar dat is inmiddels verboden. Veel gebruikte koudemiddelen zijn: fluorkoolwaterstoffen, alkanen, propyleen, ammoniak en koolstofdioxide.
AIRCO: HANDMATIG VERSUS AUTOMATISCH
Bij handmatige airco’s moet u zelf de temperatuur en de intensiteit (blaaskracht) instellen. Hierbij wordt er niet gekeken naar een constante temperatuur, waardoor u de airco eigenlijk voortdurend moet bijstellen. Dit is vaak minder energiezuinig dan een automatische airco, omdat de lucht niet optimaal gekoeld wordt. Er bestaan ook semi-automatische airconditioners. Deze houden de temperatuur constant, maar u moet wel nog de intensiteit manueel aanpassen. Bij een volautomatische airco hoeft u enkel de gewenste temperatuur in te stellen. De airco doet dan het nodige om die temperatuur in elke situatie constant te houden.